Walter de Vries kwam 15 jaar geleden vanuit Delft naar Rotterdam. Sinds 2008 werkt hij als planoloog bij de dienst Stadsontwikkeling van de gemeente. Hij voert er nu het programma De rivier als getijdenpark uit, een stappenplan om de Maasoevers in stad en regio te vergroenen. ’We willen de rivier weer als natuurlijk onderdeel van het Hollandse deltalandschap zien, en niet meer alleen als snelweg voor de scheepvaart.’
We interviewen Walter op de bovenste etage van De Rotterdam, de kantoortoren van de gemeente Rotterdam aan de Nieuwe Maas, waar ook hijzelf nog eens uitgebreid de tijd neemt om het grootse uitzicht te bewonderen.
Hard werken
Er zijn veel vrienden en kennissen van hem, vertelt Walter, die er alles voor over hebben om een keer mee te mogen naar de 40-ste etage van zijn werkplek. Maar ja, dat kan uiteraard niet zomaar, want ambtenaren moeten altijd hard werken, zoals we allemaal weten. En dan vooral Rotterdamse ambtenaren.
‘Echt’, benadrukt Walter, ‘er wordt keihard gewerkt. De ambtenaren gáán er hier voor, dat wil je niet weten’.
Waarom is dat?
Walter: ‘Wat voor mij geldt, zal voor de meeste collega’s het geval zijn: het is schitterend om bij te kunnen dragen aan de ontwikkeling van de stad, aan de inspanningen om Rotterdam vitaal te houden. In dat opzicht ben ik in de jaren dat ik in Rotterdam woon een echte Rotterdammer geworden.’
Vervolgens praten we gemakkelijk een minuutje of vijf vol over wat dat dan is: een echte Rotterdammer zijn. Walter ontvouwt er deze theorie over: ‘Echte Rotterdammers kiezen ervoor om van hun stad te houden. En Rotterdam heeft die overgave van haar bevolking wat harder nodig dan andere steden.
‘Je moet je als inwoner verhouden tot een ongelooflijk complexe stad, en dat vraagt best wat van je. Als Rotterdammer denk je regelmatig: dit wordt nooit wat, terwijl je ook net zo gemakkelijk heel emotioneel kunt raken over al het bijzondere dat er wel degelijk om je heen gebeurt. Dat is een mooie combinatie.’
Uitzicht vanaf De Rotterdam
Jij werkt aan de rivier en vóór de rivier. Wat is je favoriete plek aan de Maas?
‘Ik vind op de Maasboulevard dat ene punt mooi waarvandaan je zo de Koningshaven in kijkt. Dan heb je heel Rotterdam in één heftige skyline: de Hef, de Erasmusbrug en de torens van Wilhelminapier. Zo werelds, waanzinnig. Als je vanaf de Koningshaven naar de Kop van Zuid gaat, heb je dat verdichte perspectief nog een keer. Het water draagt dan ook het nodige aan de beleving bij. Het stroomt daar lekker rond de pijlers van de bruggen. Dat versterkt de dynamiek.’
De Hef in ochtendlicht
Leven we niet meer met onze rug naar de rivier, zoals altijd is gezegd?
Walter: ‘Het klopt dat we een paar eeuwen hoofdzakelijk hebben gekeken naar de economische betekenis van de Maas. Dat wordt nog weerspiegeld door de keiharde kades en de basaltoevers die erlangs liggen. Het was altijd een nogal schrale bedoening.
‘Inmiddels beseffen we met z’n allen veel dat de rivier ook haar landschappelijke kwaliteiten heeft. Steeds meer mensen ontdekken dat het fijn is om aan de oevers van de Maas te recreëren.’
Hoe valt je dat op?
‘Als je hier beneden langs de Maas een paar vierkante meter gras inzaait, dan zie je het gewoon gebeuren: mensen komen met een koelbox, parasol en klapstoel en gaan zitten genieten. Ze hebben iets met die rivier, ze zijn er trots op.’
Zonnende jongens in de Leuvehaven
Het beleid is erop gericht die beleving te versterken. Hoe precies?
‘In het programma De rivier als getijdenpark maken we de Maasoevers en de rivierkades op delen waar dat kan weer wat natuurlijker, groener en dus attractiever. Dat doen we samen met onder andere het Wereld Natuur Fonds, Rijkswaterstaat, de provincie, het Havenbedrijf, de waterschappen en andere gemeenten in de stadsregio. Natuurlijke oevers trekken vissen, vogels en andere dieren aan, en voor mensen ontstaan parkachtige gebieden langs de rivier waar het prima wandelen en fietsen is.
‘Een belangrijke andere landschappelijke waarde is de al bestaande getijdewerking in de Maas. De open verbinding met zee is uniek in de Nederlandse delta, die verder helemaal door dammen en sluizen is afgeschermd. In Rotterdam centrum is het verschil tussen eb en vloed gemiddeld anderhalve meter. De sporen die zoet- en zoutwater en hoog- en laagwater in het regionale rivierlandschap achterlaten, gaan we beter zichtbaar maken.
De zeehondenkolonie in de Rotterdamse haven
‘Op de Kop van het Eiland van Brienenoord is vanaf een loopbrug al goed te zien hoe mooi dat kan uitpakken. Op dit moment zijn we onder andere druk met de verdere aanleg van de Groene Poort bij Rozenburg. Een luwe getijdestrook in de rivier die straks drie, vier kilometer lang wordt en uitnodigt om er te gaan recreëren.
‘Het Wereld Natuur Fonds investeert mee in zulke projecten om nog maar eens te onderstrepen dat Nederlandse natuur voor die organisatie net zo belangrijk is als bij wijze van spreken geld inzamelen voor de panda. De Maas ís natuur en die stroomt nota bene pal voor onze voordeur.’
Wat gaan we in het Rotterdamse centrumgebied van die vergroening merken?
‘We hebben een aantal ideeën die nog op hun haalbaarheid worden getoetst en projecten die al kunnen worden gerealiseerd. Zo willen we de Nassauhaven een vriendelijker aanzien geven door er een getijdeoever met trappen aan te leggen die het mogelijk maken bij de rivier zelf te komen.
‘Iets overeenkomstigs hopen we tezijnertijd te kunnen doen in de Maashaven. Een park maken dat al op de stoep onder de metrobaan aan de oostzijde van de haven begint en dat via trappen en een grastalud naar het water leidt. Met schommels onder het metrospoor. ‘In de oude havenbekkens van de stad kan wat dat betreft nog zo veel.
Zonnend stel op de Wilhelminapier
‘Het ultieme idee is een strandje. Ergens. Maar daar hebben we nog niets concreets over op papier. Dan komt vanzelfsprekend ook het veiligheidsaspect om de hoek kijken. Zoals je niet met een driewieler over de vluchtstrook van de snelweg kunt, zoals de havenmeester het formuleert, zo kun je ook niet zo maar ergens in de Nieuwe Maas gaan zwemmen.’
Fietsen óp de rivier
Fietsen in de Nieuwe Maas kan Walter de Vries trouwens al wél, vertelt hij tot slot van het interview enthousiast: ‘Ben je eens met hoogwater onderlangs over de Boompjes en de Maasboulevard gefietst? Ik doe het als ik uit mijn werk naar huis in Kralingen-West ga. Dan rij je op die kade werkelijk door het water; iemand die de situatie niet kent zou denken dat je óp de rivier fietst.
‘Een geweldige ervaring. De noordwestenwind waait, het is donker, en de Noordzee stuwt het water het Nauw van Calais en de rivier op. Ik voel me dan volledig opgenomen in het grote Rotterdamse verhaal.’