Op een (dag)tochtje met de watertaxi? Snuif dat zeker ook wat lokale geschiedenis op in die ene roemruchte buurt die de stad ooit wereldwijd op de kaart zette, de havenwijk Katendrecht.
Voor zeelui was het bijna een eeuw lang dé plek om er, zoals dat indertijd eufemistisch heette, ‘de beentjes te gaan strekken’. Ze konden er drinken in de tientallen bars en danssalons die ‘de Kaap’ rijk was, aankloppen bij een van de honderden prostituées die er werkten, en een tattoo (‘Mama’!) laten zetten bij de naaldkunstenaars op dit schiereilandje aan de Nieuwe Maas.
Maar net zoals dat op en rond de Amsterdamse Binnen Bantammerstraat het geval was, had Katendrecht in die jaren nóg een tweede gezicht. Het huisvestte ook de Chinese machinisten, stokers en matrozen die er vanaf 1911 in steeds grotere getale een eigen gemeenschap waren gaan vormen.
Toko’s, opiumkits, lunchrooms
Terwijl de meesten van hen hun hele leven, min of meer gedwongen, werkzaam bleven voor de scheepvaartmaatschappijen die ze per bootreis inhuurden, slaagden andere Chinese-Rotterdammers erin om op de Kaap als kleine zelfstandige de kost te gaan verdienen.
Ze openden toko’s, wasserijen, een pension, een geheime opiumkit soms, en vooral ook eethuisjes. Aanvankelijk werden die alleen nog bezocht door hun eigen landgenoten, maar stukje bij beetje ontdekten ook witte Rotterdammers en andere Nederlanders die – toen nog – heel exotische keuken.
Chinezen in Rotterdam. Een fotoverslaggever van het tijdschrift Het Leven (midden) eet mee (lunch) met de Chinese restauranthouder Tsjang Kam Soi (links) in de Rotterdamse China-town in Katendrecht. Rotterdam, 1922. Foto: Het Geheugen van Nederland.
Dat ging trouwens niet zonder slag of stoot, want behalve voor het duivelse vertier in de wijk waarschuwden de kranten hun argeloze lezers ook geregeld voor het vreemde eten dat ze in deze Chinese ‘lunchrooms’ voorgeschoteld kregen.
Hachelijk culinair avontuur
Er aanschuiven voor een hapje rijst met groenten stond zo’n beetje gelijk aan een hachelijk, om niet te zeggen beangstigend culinair avontuur. Die drempelvrees nam geleidelijk af nadat eerst de Rotterdamse VVV in 1935 een Chinees festival (met onder anderen ‘origineele Chinese cirucsartiesten’ ) op Katendrecht had georganiseerd, en nadat de wijk nog weer wat later was ontdekt door oud-Indiëgangers. Expats die in die toenmalige kolonie al heel vertrouwd waren geraakt met de Aziatische keuken. Ook Prins Bernhard liet zich de haaievinnensoep op de Kaap op zeker moment goed smaken.
Lang verhaal kort: zo groeide in Rotterdam, en ver daarbuiten, het besef dat de stad een heel bijzondere enclave binnen haar gemeentegrenzen had, een heus Chinatown.
Zo’n beetje tegelijk met het verdwijnen van de prostitutie en het uitgaansleven is er sinds de jaren tachtig ook van de Chinese aanwezigheid op Katendrecht amper sprake meer. De nakomelingen van de eerste immigranten zijn allang uitgewaaierd over alle provincies (vandaar ook ons land nog zo veel Chinese restaurants telt). Maar de rechtgeaarde Rotterdammer koestert dat verleden met dezelfde hartstocht die hem ook zo ‘groos’ op zijn eenentwintigste-eeuwse ‘wereldstad’ maakt.
In het pasverschenen Rotterdam Chinatown van Ellen Scholtens (uitgeverij Kyosei, € 39,95) wordt het culinaire erfgoed van de Chinese immigranten in de stad uitgebreid in woord en beeld uit de doeken gedaan. Het rijk geïllustreerde boek vertelt de levensverhalen van de eerste families/restauranthouders die op de Kaap faam verwierven.
Jenny en Popo
Een belangrijk deel ervan is specifiek gewijd aan Jenny Loh en Shun Po Fan (‘Popo’) die – via Katendrecht – in Rotterdam een van de bekendste Kantonese restaurants van Nederland openden.
In 2014 kwam het echtpaar om het leven bij de vliegramp van vlucht MH17 boven Oekraïne, maar hun enige zoon Kevin heeft de zaak van zijn ouders onder dezelfde naam in de stad voortgezet. Verder wordt in het boek grondig ingegaan op de geschiedenis en tradities van de Chinese keuken en de Nederlands-Indische invloeden daarop.
In zijn huidige gedaante lijkt Katendrecht in weinig meer op het buurtje dat het ooit was, maar met name op het Deliplein valt die sfeer van vroeger absoluut nog te proeven. En mooi meegenomen: de grootschalige gedaanteverandering van de wijk heeft ondertussen ook weer heel andere bezienswaardigheden opgeleverd.
Bezoek er het gloednieuwe Fenix Kunstmuseum, ga een hapje eten of zonnen op het dek van het vrij toegankelijke cruiseschip SS Rotterdam, en strijk neer op de vele terrassen van de bar/restaurants die de Kaap (nog steeds!) tot een van de eigenzinnigste plekjes van de stad maken.
Het nieuwe Fenixmuseum op Katendrecht.